Bron 4: Zelfregulerend leren, kan je dat (aan)leren?
APA
KlasCement info@klascement.net. (2021a, October 3). Zelfregulerend
leren, kan je dat (aan)leren? KlasCement. https://www.klascement.net/video/123227/zelfregulerend-leren-kan-je-dat-aanleren/
Samenvatting
Tijdens ons jonge leven spenderen we gemiddeld zo'n 13.000 uren op de schoolbanken, maar slechts een heel klein deel van die uren wordt besteed aan leren leren. Dat is vreemd als je beseft dat in de huidige tijdsgeest levenslang leren als een noodzaak beschouwd wordt. We moeten met z'n allen altijd en overal up-to-date zijn.
Professor Hilde Van Keer legt in dit filmpje uit wat het belang is van zelfregulerend leren (ZRL) en hoe we dat kunnen (aan)leren. Ze staat achtereenvolgens stil bij 1) wat is zelfregulerend leren; 2) hoe kunnen we het in kaart brengen; 3) hoe kunnen we het zelfregulerend leren optimaliseren?
Wat is ZRL?
= zelf aan het stuur zitten van je leerproces, of het vermogen om je eigen leergedrag te reguleren.
Net zoals bij het ondernemen van een fietstocht, doorloop je als leerling verschillende stappen. Zo zal je o.a. bepalen wat je (leer)doel is, je plan van aanpak vastleggen, kiezen voor een bepaalde strategie, regelmatig controleren of je nog op de goede weg zit en van zodra je vaststelt dat dat niet het geval is, zal je moeten bijsturen.
ZRL is een actief proces waarbij 3 dimensies hand in hand gaan: de cognitieve, metacognitieve en motiviationele dimensie. Deze dimensies kunnen niet los van elkaar bestaan. Je hebt ze alledrie nodig om van een effectief en efficiënt leerproces te spreken.
ZRL is bovendien een lang proces. Het ontwikkelt niet vanzelf. Eerst is er externe regulatie door anderen. Leerlingen gaan dat gedrag observeren en in een latere fase nabootsen. We oefenen het gedrag eerst in gelijkaardige situaties en pas daarna kunnen we het zelfstandig in nieuwe situaties. Een stapsgewijze aanpak dus. De rol van de leerkracht is hierbij van levensbelang. Tijdens elke stap heeft een leerkracht een rol te vervullen.
In kaart brengen
De eerste taak van de leerkracht is het in kaart brengen van het zelfregulerend vermogen van de leerling. Belangrijk daarbij is dat niet enkel het zichtbaar gedrag van de leerling geobserveerd wordt, maar dat dit veel ruimer gebeurt. Dat kan bijvoorbeeld door leerlingen te observeren tijdens een groepswerk of door leerlingen te laten vertellen hoe ze te werk gaan. Er kan ook gewerkt worden met vragenlijsten. Een bijkomend voordeel van vragenlijsten is dat het het bewustzijn van de leerlingen aanwakkert.
Onderzoek toont aan dat leerlingen zich vaak overschatten als ze hun zelfregulerend vermogen moeten beoordelen. Om een duidelijk beeld te krijgen, moet een leerling dus bestudeerd worden tijdens verschillende opdrachten, op verschillende momenten en best ook bij verschillende vakken.
Hoe ZRL optimaliseren?
Als we het zelfregulerend vermogen in kaart hebben gebracht, kunnen we het gaan stimuleren of optimaliseren. In de meeste scholen worden er al wel aparte lessen besteed aan leren leren. Dit is absoluut zinvol, maar niet voldoende om tot een duurzaam resultaat te komen. Leerlingen moeten zich het ZRL eigen kunnen maken en daarom is oefening en begeleiding tijdens verschillende vakken met verschillende vakinhouden belangrijk. Leren leren is een transversale sleutelcompetentie.
Je kan het als leerkracht niet alleen doen. Je hebt je collega's nodig om schoolbreed, over de vakken en over de jaren een leerlijn uit te stippelen. Hierbij zijn 3 pijlers belangrijk: 1) gebruik maken van directe expliciete instructies waarbij de leerkracht model staat en toont hoe het moet; 2) krachtige leeromgevingen creëren waar leerlingen voldoende ruimte krijgen om zelf te ontdekken wat al lukt en wat nog niet en waarbij de leerkracht constructieve feedback geeft; en 3) ondersteunen waar nodig en zo lang het nodig is, maar ook afbouwen van die ondersteuning van zodra het kan, op maat van elke leerling (gedifferentieerd).
De rol van de leerkracht verandert tijdens het gehele proces, van model naar coach.
Nut voor praktisch deel
Dit artikel bevestigt het nut van een plannings- en reflectiedocument. Door schriftelijk vragen te beantwoorden over het zelfregulerend proces, zal het bewustzijn van de leerlingen gestimuleerd worden. Dat was de opzet van ons onderzoek.
Daarnaast relativeert het uiteraard ook het belang ervan. Het document heeft maar zin als er op een veel ruimere schaal aandacht besteed wordt aan het leren leren. We kunnen alleen maar hopen dat het document enerzijds een waardevolle plek kan krijgen in de huidige schoolbrede aanpak en anderzijds dat het misschien een stimulans kan zijn om die ruimere aanpak opnieuw op de agenda te zetten en verder uit te werken.
Het voorbeeld van het fietstochtje is bovendien een bron van inspiratie voor de inleidende les. Het is een duidelijk en concreet voorbeeld van een gelijkaardig proces waar elke leerling, van heel jong tot wat ouder, zich iets bij kan voorstellen. De ideale kapstok voor onze les dus!